Het LIFE-programma is opgesplitst in twee onderdelen: een onderdeel Milieu en een onderdeel Klimaatactie.
Het onderdeel Klimaatactie omvat ook twee subprogramma's:
a. Matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering
b. Overgang naar schone energie
In het kader van deze categorieën worden projecten gefinancierd:
De financiering van de energierenovatie van gebouwen en de toegang tot aantrekkelijke langetermijnfinanciering is een van de belangrijkste hinderpalen voor huiseigenaars, gezien de vereiste investeringen die variëren van 200 tot 1 200 EUR/m2. Financiële stimulansen zoals subsidies, garanties of zachte leningen voor energierenovatie zijn nuttige instrumenten om huiseigenaren te helpen beslissen om te investeren.
Lokale en regionale overheden kunnen in samenwerking met financieringsinstellingen huiseigenaren van particuliere woongebouwen het volgende aanbieden:
Energieleveranciers innen de terugbetaling van een lening via energiefacturen. Het maakt gebruik van de relatie die er bestaat tussen een nutsbedrijf en haar klant om de toegang tot financiering voor duurzame energie-investeringen te vergemakkelijken.
Een lokale overheid (of haar instellingen) kan groene obligaties uitgeven om haar projecten
rond duurzame energie te financieren. Een groene obligatie kan in dat kader als een normale
obligatie werken, d.w.z. een schuld die terugbetaald zal worden in functie van de
karakteristieken van de obligatie in kwestie, met interest. Dergelijke instrumenten kunnen
aantrekkelijk gemaakt worden via belastingvrijstellingen.
Een EPC is een contractuele regeling tussen een begunstigde en een leverancier van
energiediensten (ESCO) over energie-efficiëntieverbeteringen of installaties van hernieuwbare
energiebronnen. Een ESCO implementeert normaal gezien de maatregelen, levert de
knowhow en staat in voor de monitoring gedurende de hele looptijd van het contract. In wezen
zal de leverancier van energiediensten zijn betaling alleen krijgen, als het project de verwachte
energiebesparing/-productie oplevert.
Energiecoöperaties (als subcategorie van energiegemeenschappen) zijn volgens de EU-wetgeving: gemeenschappen voor hernieuwbare energie (REC's) krachtens artikel 22 van de RED II-richtlijn, en burgergemeenschappen voor energie (CEC's) krachtens artikel 16 van de richtlijn betreffende de interne elektriciteitsmarkt.
De Kredietfaciliteit voor de Overheidssector vormt een aanvulling op de twee andere pijlers van het Just Transition-mechanisme , het Just Transition - Fonds (JTF) en een specifieke regeling voor een rechtvaardige overgang in het kader van InvestEU. Zij helpt de social-economische uitdagingen van de overgang naar klimaatneutraliteit aan te pakken in de meest getroffen gebieden, zoals vastgesteld in de territoriale plannen voor een rechtvaardige overgang.
Het InvestEU-fonds is een marktgericht en vraaggestuurd instrument, met een sterke nadruk op de beleidsprioriteiten van de EU. Het ondersteunt de volgende 4 beleidsonderdelen:
• Duurzame infrastructuur
Financiering van projecten op het gebied van duurzame energie, digitale connectiviteit, vervoer, de circulaire economie, water, afval, andere milieu-infrastructuur en meer.
• Onderzoek, innovatie en digitalisering
Begunstigden
Lokale/regionale besturen > 75.000 inwoners
Deelnemende landen
EU-28 & andere landen (bv. TR, ME, UA)
De projecten voor technische bijstand (TB-projecten) kunnen het volgende omvatten:
1. Projecten voor de voorbereiding van SNAP's of SIP's (TB-PP).
Deze projecten zijn gericht op het verlenen van financiële steun om aanvragers te helpen bij het opstellen van een SNAP of een SIP voor een maximale LIFE-bijdrage van 70 000 euro. Zij vormen de voortzetting van de projecten voor technische bijstand die in het kader van het LIFE-programma 2014-2020 zijn gefinancierd.
